Zo versla ik de winterblues

Januari 2018 emigreerden wij naar Stockholm. Midden in de winter. Het vroor en er lag een enorm pak sneeuw. Het was drie uur in de middag toen we de verhuiswagen in onze nieuwe straat uitzwaaiden. In het donker. Pikkedonker.

Welkom in Zweden. En welkom winterdip.

De sneeuw bleef wekenlang liggen en de temperatuur bleef ver onder het vriespunt. Het was guur, donker en somber. Het liefste bleef ik binnen, thuis op de bank. De dagen werden er niet langer op. Hoewel, dat was niet helemaal waar. De dagen werden wél langer. De kortste dag was immers al geweest, op 21 december. Het kon dus alleen maar beter worden.

Maar dat werd het niet.

Hoewel onze eerste winter in de praktijk maar een halve winter was, had ik het er behoorlijk zwaar mee. De stad lag er grauw en somber bij. Net als mijn eigen spiegelbeeld, dat werd er ook niet beter op. Mijn energieniveau daalde met de dag. Om negen uur in de ochtend werd het pas licht. Rond half 3 vertrok de zon alweer. Als de zon zich überhaupt liet zien. Ik had de neiging om rond die tijd mijn dag af te sluiten en onder de wol te kruipen. Maar dat bleek niet de bedoeling. Ik had tenslotte nog een hele middag en avond voor de boeg.

De dagen duurden lang. 

En de winter kabbelde voort. Zelfs in april viel er nog een sneeuwbui. Ik checkte bijna dagelijks het Nederlandse weerbericht. Geen idee waarom. Waarschijnlijk om geoorloofd te kunnen klagen. Extra balen als ik foto’s zag van vrienden die een eerste slok bier namen op een Nederlands terras. Mijn conclusie destijds: ja, het is koud in Stockholm. Ja, ’s winters zijn de dagen kort. Maar nee, de volgende winter weiger ik een winterdip.

En dat is me gelukt. 

Hoewel de winters er niet korter op werden, begonnen ze toch mee te vallen. Het zal niet alleen gewenning geweest zijn, maar ik gaf me er aan over. Ik accepteerde het. Ook bekeek ik niet meer de Nederlandse weersvoorspellingen. Ik woon tenslotte in Zweden en niet in Nederland. En wat bleek, er is echt wel een zonzijde aan die lange donkere winters in Zweden. Meerdere zelfs.

#1
Je hoeft niet helemaal af te reizen naar het Zweedse Lapland voor het Noorderlicht. Het is uitzonderlijk, maar met een beetje geluk zie je dit gewoon in de stad. Dit was in 2019 het geval in de wijk Södermalm.

#2
Als de kerstbomen bij het vuilnis liggen blijft de kerstverlichting het hele jaar (zelfs in de zomer) aan de balkons hangen. Dat zorgt voor een beetje licht in de duisternis. En het ziet er gezellig uit.

#3
In de zomer, wanneer het zowat de hele nacht licht is, ben ik altijd in de weer met tape. Ik plak de randen van gordijnen vast aan de muur. Het moet hermetisch zijn afgesloten. Er mag geen millimeter licht naar binnen schijnen. In de winter geen gedoe van dit alles. Je kunt zelfs met gordijnen open slapen als je wil.

#4
Op veel plekken in de stad worden schaatsbanen uit de grond gestampt en zijn er genoeg besneeuwde heuvels waar je met je arrenslee naar beneden sjeest. Of je pakt je lange latten en gaat naar een van de pistes nét buiten de stad.

#5
Nederland ligt op z’n gat als er een vlokje sneeuw valt. Zweden niet. De treinen, metro’s en bussen blijven rijden. Op tijd zelfs. Bovendien wordt er speciaal grind gestrooid op de stoep voor extra grip. Niet van dat slappe strooizout.

Välkommen vinter!

Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *