5x mijn fails in Stockholm
Fouten maak je als je in een nieuw land woont. Daar ontkom je niet aan. Ik dus ook niet. Check hier mijn vijf grootste fails in Stockholm.
Fail #1: Op een Zweedse feestdag je kinderen naar de Förksola brengen
De maandagochtend na de kerstvakantie bracht ik mijn kinderen naar de Förskola (kinderopvang). Eindelijk weer naar school, een dikke hoera voor iedereen. Maar dat verliep anders. Het was opvallend rustig op straat. Geen hipsters op elektrische steps, geen ouders met kinderwagens, geen studenten met de laptop vastgeklemd tussen de handen. Er was zelfs geen auto te bekennen op Sveavägen, de meest drukke weg die we altijd oversteken. Hoewel het surrealistisch aanvoelde, ging er toch geen belletje rinkelen. Ook niet toen het schoolplein er verlaten uitzag en de deur gesloten bleef nadat ik de deurcode intoetste. Eenmaal thuis gaf Google mij het antwoord. Het bleek ‘Trettondedag jul’ (vertaald: dertiende kerstdag) te zijn, oftewel Driekoningen. Winkels, kantoren en scholen zijn die dag gesloten. Wist ik veel. Dertiende kerstdag, wie verzint nou zoiets? Volgende keer even beter research doen naar de feestdagen van het land.
Fail #2 Tegen je buurvrouw zeggen dat je buren bent
Onze benedenbuurvrouw van verdieping vijf loop ik overal, binnen een straal van 200 meter van ons huis, tegen het lijf. Gek genoeg begroeten we elkaar alleen in de lift met een bescheiden “hej”, waarbij die van mij altijd net iets enthousiaster klinkt dan die van haar. Maar toen we een keer naast elkaar op het fitnessapparaat in de sportschool ons in het zweet stonden te werken, overkwam mij ineens het gevoel dat ik iets méér tegen haar moest zeggen. Dus ik zei dat ik haar bovenbuurvrouw was. Maar dat had ik niet moeten doen. Haar veel belovende reactie was namelijk: “o”. Inclusief een beleefd knikje. Einde gesprek. Gezellig. Het was redelijk ongemakkelijk, maar dat knikje heb ik in ieder geval in de pocket.
Fail #3 Je kind even goed aanpakken in het openbaar
Stel je voor: je pakt je kind even goed vast in de supermarkt omdat het al een half uur lang een nervous breakdown heeft. Of je sleurt je krijsende peuter letterlijk mee aan de hand omdat het, na een kwartier onderhandelen, nog steeds niet met je mee naar huis wil lopen. Fail! Dit doe je niet. Hoe pak je het dan aan? Je houdt je op de achtergrond en het kind beslist. Dat is basically hoe de Zweden het doen. Flipt je kind en is je geduld toch op, dan kun je negen van de tien keer commentaar en boze blikken verwachten van voorbijgangers. Been there, done that. Kinderen worden hier vrij opgevoed, zonder al te veel discipline vanuit ouders en school. Kinderen beslissen wat de pot schaft en wat de vakantiebestemming wordt. Ik zie genoeg kinderen van zes jaar die nog in een buggy zitten, sabbelend op een speen, met de iPad op schoot. Ze slapen het liefst tot de leeftijd van drie jaar bij de ouders op de kamer en bij voorkeur gaat een kind pas met twee jaar naar de Förskola. Dat pakken we in Nederland toch wel anders aan.
Fail #4: Je bammetjes meenemen naar kantoor
Op mijn eerste werkdag in Stockholm had ik netjes mijn boterhammetjes met geïmporteerde hagelslag meegenomen. Voor mijn collega’s best vermakelijk want ik stond voor paal. Dit is namelijk niet wat je luncht in dit land. Op kantoor warm je je left-overs op van de vorige dag in één van de dertig magnetrons. Geen bammetjes met gekleurde vruchtenhagel of een plakje doorgelekte slappe kaas in een plasticzakje. Neen, in Zweden is je lunch warm en gezond. Diezelfde avond heb ik snel een nasi-prutje bij elkaar geraapt.
Fail #5 Je huisarts een hand geven
De eerste keer dat ik mijn huisarts bezocht, gaf ik hem een hand. Althans, dat probeerde ik. Het bleek namelijk niet de bedoeling, want mijn hand werd stug geweigerd. Niet echt beleefd, dacht ik nog bij mezelf. Zal wel aan hem liggen. Maar neen, bij een bezoek aan de tandarts gebeurde het weer. En ook bij de kinderarts. Conclusie: niemand in de Zweedse medische wereld schudt je de hand. En ook niet in de tijden van vóór en zeker niet na pandemie.